Opvangcentrum

Eind oktober raakte bekend dat het Rode Kruis een tijdelijk noodopvangcentrum voor asielzoekers zou openen in het voormalig woonzorgcentrum Ark van Noé. Dit in opvolging van de beslissing van de federale overheid.

Op de vooravond van Wapenstilstand woedde echter een uitslaande brand in het gebouw. Hierdoor is het op dit moment onduidelijk wanneer het opvangcentrum zal openen.

Ondertussen krijgen we ondersteuning van een verbindingsofficier van het Agentschap Integratie en Inburgering. Via een werkgroep staan we intensief met elkaar in contact, wisselen we expertise uit en volgen we alle aspecten van het tijdelijk noodopvangcentrum nauw op.

Er werd een concreet actieplan opgesteld, waarbij een goede communicatie vooropstaat. Op deze webpagina kan u antwoorden vinden op de meest gestelde vragen.

Contactpunt voor al uw vragen

Er werd een contactpunt opgericht waar u in vertrouwen terecht kan met vragen, bezorgdheden of meldingen omtrent het tijdelijk noodopvangcentrum. Via contactpunt@bilzen.be worden uw vragen zo spoedig mogelijk beantwoord.

Veelgestelde vragen

Veiligheid

1.    Stijgt de criminaliteit door de aanwezigheid van een asielcentrum?

Van de politiediensten van de andere politiezones in Limburg waar reeds jaren asielcentra gevestigd zijn, vernamen wij dat de criminaliteit daar niet gestegen is. In Lanaken is de totale criminaliteit vorig jaar zelfs gedaald ondanks de aanwezigheid van een opvangcentrum met meer dan 200 bewoners.

2.    Hoeveel diefstallen gebeuren er door alleenstaande asielzoekers? Gaan ze niet stelen aangezien ze hier niks hebben?

De bewoners van een opvangcentrum krijgen wat ze nodig hebben om op een correcte wijze te kunnen functioneren binnen onze samenleving

Diefstallen worden niet geregistreerd in statistieken die een onderscheid maken naar nationaliteit of verblijfsstatuut van de verdachte(n).

3. Hoe zit het met de veiligheid voor de inwoners van het dorp? Welke preventieve maatregelen worden er genomen? Wordt hun crimineel verleden gecontroleerd?

Voor alle verzoekers tot internationale bescherming wordt er bij aanmelding een check gedaan met de algemeen nationale gegevensbank en wordt er nagekeken of de persoon Europees of internationaal geseind staat. De bewoners van opvangcentra zijn allen verzoekers tot internationale bescherming. Het zijn de bevoegde asielinstanties die deze verzoeken verder behandelen en beoordelen. Uiteraard is het niet altijd evident om met een grote groep mensen samen te leven. Preventief wordt er dan ook heel wat gedaan om de mensen in het centrum de regels en levenswijze in België mee te geven. Er wordt belang gehecht aan een correcte leefsituatie met aandacht voor orde en netheid en respect voor de minimale privacy. Bij aankomst wordt er aan elke bewoner toelichting gegeven over het huishoudelijk reglement met rechten en plichten om samenleven met een grote groep mensen en met de omgeving mogelijk te maken. Er wordt door het Rode Kruis ingezet op een zinvolle dagbesteding voor bewoners zoals lessen Nederlands en informatie over het leven in België. Projectmatig wordt er ingezet op de normen en waarden in België en wordt er informatie gegeven over wegwijs in België.

Verder zal het Rode Kruis de organisatie van het centrum zeer professioneel aanpakken. Dit in nauw overleg met de betrokken diensten, waaronder de politie. Indien er zich problemen zouden voordoen, kan hier onmiddellijk melding van gemaakt worden en dan wordt dit adequaat opgevolgd.

De politie zal, zoals voor elke situatie waar mensen overlast of een verhoging van het risico op onveiligheid verwachten, extra aandacht hebben voor het asielcentrum en de (wijde) omgeving. Dat vertaalt zich in extra aanwezigheid van de wijkagent, extra toezicht van patrouilles, nauwkeurig opvolgen van meldingen die bij de politie terecht komen, analyseren van de meldingen met het oog op het nemen van maatregelen zoals nog meer toezicht of het voorstellen van bestuurlijke maatregelen aan de burgemeester.

De politie zal rekening houden met de vrees voor een verhoging van het risico op onveiligheid en zal dus zorgen voor extra toezicht. Bij meldingen komt de politie altijd onmiddellijk ter plaatse.

4.    Zijn wij nog veilig als we gaan wandelen of geld gaan afhalen?

5.    Wat met de veiligheid van de kinderen en jeugd in de buurt?

6.    Wat met de veiligheid van het cliënteel bij de plaatselijke handelszaken?

Van de politiediensten van de andere politiezones in Limburg waar reeds jaren asielcentra gevestigd zijn, vernamen wij dat de criminaliteit daar niet gestegen is. In Lanaken is de totale criminaliteit vorig jaar zelfs gedaald ondanks de aanwezigheid van een opvangcentrum met meer dan 200 bewoners.

De politie zal, zoals voor elke situatie waar mensen overlast of een verhoging van het risico op onveiligheid verwachten, extra aandacht hebben voor het asielcentrum en de (wijde) omgeving. Dat vertaalt zich in extra aanwezigheid van de wijkagent, extra toezicht van patrouilles, nauwkeurig opvolgen van meldingen die bij de politie terecht komen, analyseren van de meldingen met het oog op het nemen van maatregelen zoals nog meer toezicht of het voorstellen van bestuurlijke maatregelen aan de burgemeester.

De politie zal rekening houden met de vrees voor een verhoging van het risico op onveiligheid en zal dus zorgen voor extra toezicht. Bij meldingen komt de politie altijd onmiddellijk ter plaatse. Men gebruikt voor alle meldingen die dringend zijn het noodnummer 101 of 112 (beide noodnummers komen uit op dezelfde noodcentrale in Hasselt, maar de nummers bestaan momenteel nog naast mekaar. Het maakt dus niet uit welk nummer men gebruikt, op termijn zal alleen het nummer 112 blijven bestaan). Indien structurele overlast vastgesteld wordt, zal de politie de burgemeester suggereren bestuurlijke maatregelen te nemen.

7.    Wordt er gecontroleerd wie ons land binnenkomt? Hoeveel procent krijgt nadien een positief advies? Wie controleert de uitgeprocedeerde personen?

In 2019 vroegen tot en met eind september 23.047 personen asiel aan, hiervan kreeg 38,8% tot dusver dit jaar een positieve beslissing. Bewoners die een negatieve beslissing krijgen worden afhankelijk van de beslissing toegewezen aan een Dublinplaats of een open terugkeerplaats. Dergelijke plaatsen zijn in andere centra. Voor alle verzoekers tot internationale bescherming wordt er bij aanmelding een check gedaan met de algemeen nationale gegevensbank en wordt er nagekeken of de persoon Europees of internationaal geseind staat.

 8.    Wie neemt verantwoordelijkheid op bij overlast en/of incidenten? Waar kunnen we terecht bij overlast door asielzoekers?

In het opvangcentrum is er 24/7 begeleiding aanwezig. Er is een integratiemedewerker die contacten met de buurt en organisaties zal onderhouden. Op alle meldingen komt er ook een antwoord. Verder wordt er nauw overleg gepleegd met de diensten van Bilzen, waaronder de politie. Indien er zich problemen zouden voordoen, kan hier onmiddellijk melding van gemaakt worden en dan wordt dit adequaat opgevolgd.

 De politie komt onmiddellijk ter plaatse wanneer overlast of incidenten gemeld worden. Men gebruikt voor alle meldingen die dringend zijn het noodnummer 101 of 112. Indien structurele overlast vastgesteld wordt, zal de politie de burgemeester suggereren bestuurlijke maatregelen te nemen.

 9.    Wie is er ’s nachts bereikbaar bij overlast? Is er ’s nachts of in het weekend ook voldoende politie beschikbaar indien er zich een incident voordoet?

In het opvangcentrum is er 24/7 begeleiding aanwezig. Er is een integratiemedewerker die contacten met de buurt en organisaties zal onderhouden. Op alle meldingen komt er ook een antwoord. Verder wordt er nauw overleg geplaagd met de betrokken diensten van Bilzen, waaronder de politie. Indien er zich problemen zouden voordoen, kan hier onmiddellijk melding van gemaakt worden en dan wordt dit adequaat opgevolgd.

Overlast wordt, ook ’s nachts en in het weekend, gemeld via het noodnummer 101 of 112, zodat de politie onmiddellijk ter plaatse kan komen. Er zijn tussen de politiekorpsen van Limburg onderlinge afspraken om dringend extra mensen te sturen indien er zich ’s nachts of in het weekend een hevig incident voordoet en het aantal politiemensen op het grondgebied op dat moment niet volstaat. Deze dringende onderlinge hulp wordt gecoördineerd door de noodcentrale 101/112.

10.  Hoeveel veiligheidsagenten gaat de politie inzetten buiten het centrum? Hoeveel politiecontrole gaat er zijn?

Toezicht zal meermaals per dag gebeuren. Het aantal politiemensen dat wordt ingezet, wordt niet op voorhand vastgelegd. Dat gebeurt naargelang de noodzaak.

De politie zal, zoals voor elke situatie waar mensen overlast of een verhoging van het risico op onveiligheid verwachten, extra aandacht hebben voor het asielcentrum en de (wijde) omgeving. Dat vertaalt zich in extra aanwezigheid van de wijkagent, extra toezicht van patrouilles, nauwkeurig opvolgen van meldingen die bij de politie terecht komen, analyseren van de meldingen met het oog op het nemen van maatregelen zoals nog meer toezicht of het voorstellen van bestuurlijke maatregelen aan de burgemeester.

De politie zal rekening houden met de vrees voor een verhoging van het risico op onveiligheid en zal dus zorgen voor extra toezicht. Bij meldingen komt de politie altijd onmiddellijk ter plaatse.

11.  Wat indien de asielzoekers zich niet houden aan de wetten van onze samenleving? Wat als ze strafbare feiten plegen?

Bij melding van inbreuken op de wet zal de politie de nodige vaststellingen doen. De toepassing van de strafwetten door de politie en het gerecht gebeurt op dezelfde manier voor iedereen die zich op het grondgebied van het land bevindt. Er bestaan met andere woorden geen uitzonderingen in positieve of negatieve zin voor asielzoekers. Verzoekers om internationale bescherming worden gesanctioneerd voor strafbare feiten zoals eenieder die strafbare feiten pleegt.

12.  Hoe wordt er opgetreden indien er een klacht komt van een persoon tegen een asielzoeker? Moeten we altijd bewijzen hebben om iets te melden?

De politie komt onmiddellijk ter plaatse wanneer overlast of incidenten gemeld worden. Men gebruikt voor alle meldingen die dringend zijn het noodnummer 101 of 112. Indien structurele overlast vastgesteld wordt, zal de politie de burgemeester suggereren bestuurlijke maatregelen te nemen.

Bij melding van inbreuken op de wet zal de politie de nodige vaststellingen doen. De toepassing van de strafwetten door de politie en het gerecht gebeurt op dezelfde manier voor iedereen die zich op het grondgebied van het land bevindt. Er bestaan met andere woorden geen uitzonderingen in positieve of negatieve zin voor asielzoekers.

Indien men iets meldt, zal de politie tijdens het onderzoek zelf zoeken naar bewijzen. Anderzijds mag men nooit bewust iets melden wat niet waar is. Valse meldingen zijn strafbaar.

13.  Welke sancties zullen er getroffen worden indien een asielzoeker zich niet houdt aan het huishoudelijk reglement van het centrum?

De wet voorziet 9 sancties, gaande van een mondelinge tot een schriftelijke verwittiging, een uitsluiting van bepaalde diensten of activiteiten, verplichte gemeenschapsdiensten, een disciplinaire transfer en tijdelijke uitsluiting.

14.  Hoe zal er vermeden worden dat de asielzoekers dagelijks ronddolen in het dorp?

Het centrum is een open centrum dit wil zeggen dat bewoners vrij zijn om te gaan en staan waar ze willen en ze hoeven daarvoor geen verantwoording af te leggen. In het opvangcentrum wordt er ingezet op een zinvolle dagbesteding. Zo gaan de kinderen naar school en worden er educatieve activiteiten voor de kinderen ingelegd. Voor volwassenen wordt er vorming voorzien zoals Nederlandse les en informatie over het leven in België.  Er worden ook activiteiten gericht op specifieke groepen ingelegd zoals bv. activiteiten voor vrouwen, een aanbod van computers en internet om communicatie met familie mogelijk te maken en er is ook mogelijkheid tot ontspanning zoals televisie en tafeltennis. Er wordt nog verder gekeken naar mogelijke oplossingen voor buitenruimte.

Allicht zullen bewoners van het centrum ook eens rondwandelen in de omgeving om deze te verkennen, en kunnen zij naar de winkel gaan om een kleinigheid te kopen.

15.  Kunnen de eigen inwoners nog gebruik maken van de banken als deze ingepalmd worden door de asielzoekers?

De banken zullen ook door asielzoekers gebruikt worden. Maar dat staat gebruik door anderen niet in de weg

16.  Het is een open centrum. Hoe is er dan controle over het merendeel van de bewoners vermits er geen een-op-een begeleiding is?

Het Rode Kruis stelt dat verzoekers om internationale bescherming mensen zijn die in hun land van herkomst ook een eigen leven hadden. Zij zijn, zoals de meesten van ons, zeker in staat om zelf verantwoordelijkheden te nemen. Een een-op-een begeleiding is volgens het Rode Kruis dan ook niet noodzakelijk.

17.  Mogen de mensen uit het centrum rondhangen op de parking van het gebouw?

Iedereen mag op de openbare weg en de openbare ruimte rondhangen. Op privéparkings kan de verantwoordelijke de toegang verbieden.

18.  Wat met diefstallen die gebeuren bij de plaatselijke handelszaken?

De politie komt onmiddellijk ter plaatse wanneer overlast of incidenten gemeld worden. Men gebruikt voor alle meldingen die dringend zijn het noodnummer 101 of 112. Indien structurele overlast vastgesteld wordt, zal de politie de burgemeester suggereren bestuurlijke maatregelen te nemen.  

Bij melding van inbreuken op de wet zal de politie de nodige vaststellingen doen. De toepassing van de strafwetten door de politie en het gerecht gebeurt op dezelfde manier voor iedereen die zich op het grondgebied van het land bevindt. Er bestaan met andere woorden geen uitzonderingen in positieve of negatieve zin voor asielzoekers.

19.  Mogen de handelszaken personen weigeren in geval van argwaan?

Handelszaken mogen mensen weigeren bij argwaan. Wat niet toegelaten is, is mensen weigeren op basis van de criteria die opgesomd staan in de wet tot bestrijding van het racisme en de xenofobie. Zo mag men bv. niemand weigeren op basis van huidskleur.

20.  Waarvoor worden de mobiele camera’s gebruikt en voldoen deze aan de wettelijke voorschriften?

Sinds 2011 hangen bij alle toegangswegen van Bilzen borden ter aanduiding van de mobiele camera’s. Ook de andere wettelijke vereisten zijn reeds vele jaren in orde, van bij de installatie van de eerste camera’s in Bilzen-centrum. Zo is er het besluit van de gemeenteraad van 2011 dat de modaliteiten voor het installeren en gebruiken van camera’s door het stadsbestuur vastlegt. Alle camera’s zijn ook aangegeven bij de privacy commissie.

Wat het gebruik betreft: de beelden komen bij de politie terecht en worden conform de wetgeving gebruikt. Dat wil o.a. zeggen dat de politie ze in reële tijd bekijkt tijdens bepaalde evenementen en incidenten, en dat de politie de beelden na een aangifte gebruikt om het aangegeven feit te onderzoeken.

21.  Wie betaalt de overuren voor extra politie-uren en voor de kosten van de camera’s?

De politie wordt gefinancierd via dotaties vanuit de federale overheid en vanuit de drie gemeenten die de politiezone Bilzen-Hoeselt-Riemst vormen.

De extra inzet omwille van het opvangcentrum wordt in eerste instantie tijdelijk geregeld door andere taken af te bouwen. Indien extra inzet structureel nodig blijkt, zal met de burgemeester overlegd worden of de extra inzet uitgevoerd zal worden door overuren te presteren (en te betalen) of door extra mensen aan te werven. Indien de aanwezigheid van het asielcentrum een stijging van de uitgaven van de politie veroorzaakt, zullen de burgemeesters moeten overleggen over het verhogen van de gemeentelijke dotatie(s). Het financieringsmechanisme van de lokale politie voorziet in de mogelijkheid dat alleen de dotatie van de gemeente die de extra kosten uitlokt, wordt verhoogd. In dit geval zou Bilzen dus meer moeten betalen aan de politiezone terwijl de dotaties van Hoeselt en Riemst gelijk blijven.

De camera’s worden betaald door de stad Bilzen. De stad Bilzen stelt de beelden ter beschikking van de politie. Op die manier stijgen de uitgaven van de politie hierdoor niet.

22. Brandweer/asbest

Op zondag 10/11/2019 omstreeks 23u45 kwam brandweerpost Bilzen met spoed ter plaatse voor een uitslaande dakbrand aan het voormalig rusthuis Ark van Noé te Spouwen. De vlammen sloegen al door het dak, waarop er dadelijk een grote blusactie werd opgestart. Brandweerpost Bilzen riep versterking in van de posten van Hoeselt, Lanaken en Genk en kon verdere uitbreiding voorkomen. De dakbrand zelf was na 2 uur blussen onder controle, het nablussen van de houten dakstructuur heeft nog een aantal uren in beslag genomen.

Coördinatie en monitoring

Tijdens de blussingswerken werd de veiligheidssituatie nauwlettend opgevolgd: ter plaatse vond regelmatig een motorkapoverleg plaats tussen brandweer, politie en de burgemeester. De communicatiediensten van Stad Bilzen en brandweerzone Oost-Limburg werden ingeschakeld om de omwonenden te informeren: er werd geadviseerd om ramen en deuren gesloten te houden en ventilatiesystemen in huis uit te schakelen (via de media/pers en via de sociale mediakanalen van gemeente en brandweer). Ook toen de brand onder controle was, werd hierover gecommuniceerd naar de bevolking. Aangezien zowel de brandbestrijding, als de informatie naar de bevolking een ‘standaard’ verloop kende (zoals bij elke grotere brand), gebeurde de coördinatie vanop het terrein en werd er geen gemeentelijke fase afgekondigd.

Eerste visuele controle

De nacht van de brand zelf, op zondag 10/11/2019, deed de brandweer een eerste visuele inspectie van de dakbedekking. Op dat moment was er geen aanwijzing dat het om asbesthoudende leien ging.

Tweede visuele controle en aanvraag asbestonderzoek

Na een nieuwe visuele controle de volgende dag, op maandag 11/11/2019, met nazicht van de bouwgeschiedenis van het pand, werd een bijkomend onderzoek naar asbest aangevraagd.

Er werd een asbest-deskundige aangesteld om de leien te controleren op asbest en om eventuele vervuiling van de omgeving in kaart te brengen. De asbest-deskundige startte onmiddellijk een onderzoek en leverde op vrijdag 15/11/2019 het verslag met de resultaten af aan de eigenaar en aan de verzekeringsmaatschappij.

Resultaten onderzoek

Op zaterdag 16/11/2019 werd het verslag van de asbest-deskundige bezorgd aan Stad Bilzen en aan de brandweer. De gemeentelijke veiligheidscel van de stad Bilzen kwam onmiddellijk samen om het rapport grondig te bekijken.

  • Het verslag bevestigt de aanwezigheid van asbest in de cementen dakleien en nokken. Het gaat om de asbestsoort ‘chrysotiel’, de zogenaamde ‘witte asbest’, een minder gevaarlijke variant.

De mogelijke verspreiding van deze asbestvezels werd tijdens de brand beperkt door het blussen met zowel water als schuim.

  • De uitgevoerde metingen tonen dat de uiteindelijke verspreiding van de asbestdeeltjes zeer beperkt bleef: vlak naast het terrein van de Ark van Noe is er enkel een ‘lichte tot sporadische aanwezigheid’ (minder dan 5 ppm/deeltjes per 10 m2) en in de wijdere omgeving werden géén asbestdeeltjes waargenomen.

Advies expert

De asbest-deskundige adviseerde in het verslag om de Papestraat over de volledige breedte af te zetten en de kasseistrook van de rode Kruislaan (inclusief doorgangsverbod), als ruime veiligheidsperimeter. Een sanering van het terrein en het gebouw door een professional was op korte termijn noodzakelijk. In afwachting van deze sanering, moesten losse delen (zoals bijv. de stukken leien op de grond vlak naast het gebouw) onmiddellijk verwijderd of gefixeerd worden, om secundaire verspreiding naar de omgeving te voorkomen.

Maatregelen

Op basis van het verslag van de asbest-deskundige, besliste de gemeentelijke veiligheidscel om onmiddellijk over te gaan tot volgende bijkomende maatregelen:

  • het aanstellen van een gespecialiseerde firma voor het saneren van de site (gebouw + terrein)
  • het verwijderen van de stukjes leien op de begane grond, diezelfde avond nog op zaterdag 16/11/2019, door een firma gespecialiseerd in asbest.
  • het aanbrengen van een extra fixeerlaag op de dakstructuur in afwachting van de verdere sanering van het dak.  Dit omdat het afdekken van het dak met zeilen niet mogelijk bleek omwille van de totaal vernielde dakstructuur.
  • communicatie over deze aanpak aan de omwonenden via een brief (op zaterdag 16/11/2019) en via de communicatiekanalen van de Stad Bilzen.

Conclusie

De asbest die werd aangetroffen in de dakleien, is de minder gevaarlijke witte asbest (ofwel chrysotiel), in zogenaamde ‘gebonden’ vorm. Dit wil zeggen dat de vezels sterker gebonden/vastgehecht zijn in de leien, dan in bijvoorbeeld in asbesthoudende golfplaten, en dus minder snel en minder talrijk vrijkomen. Gevaar voor de gezondheid bij dit type asbestvezels, treedt vooral op bij langdurige en herhaalde blootstelling. Dit was hier niet het geval.

Ook door de blussingswerken zelf, het gebruik van schuimvormend middel hierbij én het aanbrengen van een extra hechtingslaag op de dakstructuur, werd verspreiding van de aanwezige asbestvezels in de leien op het dak, tegengegaan.

Vermits de asbest-deskundige geen verspreiding van asbestvezels heeft vastgesteld in de wijdere omgeving, kan worden besloten dat er geen gevaar is geweest voor de omwonenden, ook niet in de dagen na de brand, voor de start van de sanering.

Samenleven

23.    De landen waar de asielzoekers vandaan komen, kennen andere normen en waarden dan wij in België. Hoe kan dit op korte termijn veranderd worden in zo’n klein dorp?

Het opvangcentrum is een open opvangcentrum voor asielzoekers (verzoekers tot internationale bescherming). Een asielzoeker vraagt asiel in ons land en heeft recht op opvang (bed, bad, brood en begeleiding) in de periode dat de bevoegde overheidsdiensten zijn vraag onderzoeken. Momenteel zijn de top 10 herkomstlanden Afghanistan, Syrië, El Salvador, Eritrea, Irak, Palestina, Turkije, Somalië, Georgië en Albanië. De bewoners van opvangcentra zijn allen verzoekers tot internationale bescherming. Het zijn de bevoegde asielinstanties die deze verzoeken verder behandelen en beoordelen.

Uiteraard is het niet altijd evident om met een grote groep mensen samen te leven. Preventief wordt er dan ook heel wat gedaan om de mensen in het centrum de regels en levenswijze in België mee te geven. Er wordt belang gehecht aan een correcte leefsituatie met aandacht voor orde en netheid en respect voor de minimale privacy. Bij aankomst wordt er aan elke bewoner toelichting gegeven over het huishoudelijk reglement met rechten en plichten om samenleven met een grote groep mensen en met de omgeving mogelijk te maken. Er wordt door het Rode Kruis ingezet op een zinvolle dagbesteding voor bewoners zoals lessen Nederlands en informatie over het leven in België. Projectmatig wordt er ingezet op de normen en waarden in België en wordt er informatie gegeven over wegwijs in België.

24.    Krijgen de bewoners een opleiding over onze wetgeving en verkeersregels?

Het Rode Kruist legt aan bewoners uit wat belangrijke elementen zijn in het leven in België, en proberen hen vertrouwd te maken met de verkeerssituatie hier (al dan niet in samenwerking met de plaatselijke politie).

25.    Waarom komen alleenstaanden naar hier? Ze laten hun familie dus achter. Wat voor doel hebben ze dan? Wat wordt hen hier aangeboden?

Vaak komen mannen alleen naar hier omdat men niet de middelen heeft om de volledige familie te laten overkomen, of omdat de man de meest bedreigde figuur is, of omdat men de vrouw en kinderen pas wil laten komen als het ook zeker is dat ze effectief in België kunnen blijven.

Bij een positieve beslissing, m.a.w. een erkenning als vluchteling, bestaat de mogelijkheid tot gezinshereniging.

26.    Moeten de asielzoekers in een centrum verblijven?

Een verzoeker tot internationale bescherming vraagt asiel aan in ons land. Op dat moment heeft de verzoeker recht op opvang (bed, bad, brood, begeleiding) in de periode dat de bevoegde overheidsdiensten zijn vraag onderzoeken. Een verzoeker moet niet in een opvangcentrum verblijven. Als deze in een opvangcentrum wenst te verblijven wordt de verzoeker door het aanmeldcentrum toegewezen aan een opvangcentrum.

27.    Krijgen zij activiteiten aangeboden in Bilzen zoals zwemmen, Basic Fit,… Wat doen die mensen de hele dag? En hoe gaan zij daar geraken?

In het opvangcentrum wordt er ingezet op een zinvolle dagbesteding. Zo gaan de kinderen naar school en worden er educatieve activiteiten voor de kinderen ingelegd. Voor volwassenen wordt er vorming voorzien zoals Nederlandse les en informatie over het leven in België.  Er worden ook activiteiten gericht op specifieke groepen ingelegd zoals bv. activiteiten voor vrouwen, een aanbod van computers en internet om communicatie met familie mogelijk te maken en er is ook mogelijkheid tot ontspanning zoals televisie kijken en tafeltennis.

Ook de bewoners van het opvangcentrum maken gebruik van het openbaar vervoer. Daarnaast wordt er een klein busje voor het centrum voorzien waarmee ook vervoer kan geregeld worden. Waar mogelijk zullen asielzoekers deelnemen aan activiteiten in de omgeving.

28.    Hoe worden de mensen begeleid/opgevangen die buiten het centrum activiteiten zoeken?

Ook de bewoners van het opvangcentrum maken gebruik van het openbaar vervoer. Daarnaast wordt er een klein busje voor het centrum voorzien waarmee ook vervoer kan geregeld worden.

Wanneer bewoners in groep ergens heen gaan wordt begeleiding voorzien bij die activiteit, maar zij mogen en kunnen zich individueel bewegen. Wij informeren hen ook over de mogelijkheden in de omgeving.

 29.    Waar gaat het Rode Kruis de activiteiten organiseren? Is daar plaats voor in het centrum?

In het opvangcentrum wordt er ingezet op een zinvolle dagbesteding. Zo gaan de kinderen naar school en worden er educatieve activiteiten voor de kinderen ingelegd. Voor volwassenen wordt er vorming voorzien zoals Nederlandse les en informatie over het leven in België. Er worden ook activiteiten gericht op specifieke groepen ingelegd zoals bv. activiteiten voor vrouwen, een aanbod van computers en internet om communicatie met familie mogelijk te maken en er is ook mogelijkheid tot ontspanning zoals televisie en tafeltennis. In het centrum zijn een aantal ruimtes die hiervoor ingezet kunnen worden.

30.    Welke concrete oplossingen op korte termijn zijn er om de asielzoekers de kans te geven zich buiten het asielcentrum te begeven?

De bewoners van het opvangcentrum maken gebruik van het openbaar vervoer. Daarnaast wordt er een klein busje voor het centrum voorzien waarmee ook vervoer kan geregeld worden.

31.    Wordt er aandacht besteed aan samenscholing buiten het centrum?

Het kan dat groepjes bewoners samen ergens naartoe trekken. Indien u vindt dat dit problemen veroorzaakt, kan u dit altijd signaleren.

32.  In hoeveel talen is het huishoudelijk reglement beschikbaar? Zijn er tolken nodig?

Het huishoudelijk reglement is beschikbaar in 18 talen. Daarnaast vertalen bewoners heel vaak voor mekaar in een centrum. Voor specifieke gesprekken wordt er met tolken gewerkt

33.  Is er een avondklok? Hoe laat?

Het opvangcentrum is een open opvangcentrum voor asielzoekers (verzoekers tot internationale bescherming). Bewoners moeten bij afwezigheden ’s nachts (tussen 00.00 en 06.00 uur) op voorhand verwittigen en mogen slechts een beperkt aantal nachten per maand afwezig zijn. Deze afwezigheden worden meestal gebruikt om op bezoek te gaan bij familie of vrienden. Concreet betekent dit dat het centrum tussen 24 uur en 6 uur gesloten is.

34.  3 à 4 nachten niet aanmelden in het centrum om op bezoek te gaan bij familie. ’s Nachts? Hoe kan dit?

Het opvangcentrum is een open opvangcentrum voor asielzoekers (verzoekers tot internationale bescherming). Een asielzoeker vraagt asiel in ons land en heeft recht op opvang (bed, bad, brood en begeleiding) in de periode dat de bevoegde overheidsdiensten zijn vraag onderzoeken. Na beslissing door de bevoegde overheidsinstanties eindigt het recht op opvang. Het centrum is een open centrum dit wil zeggen dat bewoners vrij zijn om te gaan en staan waar ze willen en ze hoeven daarvoor geen verantwoording af te leggen, maar bewoners moeten bij afwezigheden ’s nachts (tussen 00.00 en 06.00 uur) op voorhand verwittigen en mogen slechts een beperkt aantal nachten per maand afwezig zijn. Deze permissies worden meestal gebruikt om op bezoek te gaan bij familie of vrienden. We merken dat diegene die familie of vrienden hebben in België hier graag gebruik van maken.

35.  Creëert dit alles geen kloof tussen voor- en tegenstanders in het dorp? Het is nu al duidelijk dat we elkaar scheef bekijken.

Dit hoeft geen kloof te creëren. Het staat eenieder vrij om een persoonlijke mening te hebben over de komst van het asielcentrum. Mensen mogen daarin gerust van mening verschillen. Essentieel is dat we mekaars mening hierin respecteren.

36.  Hoe is het proces van de impact op het dorp gevoerd en wat zijn daarvan de belangrijkste conclusies?

Dit is niet specifiek onderzocht. We hebben de ervaring dat we, indien we proberen mekaar tegemoet te komen, op de meeste plaatsen op een goede wijze kunnen samenleven. De impact van een centrum is vaak niet zo groot als wat aanvankelijk ingeschat wordt.

37.  Zal er opgetreden worden tegen racisme in het dorp?

Ja, we overwegen gerechtelijke stappen hiertegen.

Gezondheid

38.    Is dit een asielcentrum voor mindervaliden?

Het gebouw van de Ark van Noé voldoet aan de wettelijke bepalingen om 140 asielzoekers op te vangen. Het aantal bewoners dat opgevangen kan worden, wordt bepaald door de kwaliteitsnormen die opgesteld zijn door Fedasil conform de Europese richtlijnen voor de opvang van asielzoekers (Opvangrichtlijn, goedgekeurd door het Europees Parlement op 12/06/2013). De verwachte samenstelling van de bewoners in het asielcentrum is de gemiddelde samenstelling over alle asielcentra en zal vermoedelijk een 45% alleenstaande mannen zijn, een 5 à 10% alleenstaande vrouwen en een 45 à 50% mensen in familieverband. Aangezien de Ark Van Noé de mogelijkheid biedt om mensen met een mobiele beperking op te vangen, zullen er vermoedelijk een aantal mensen met een mobiele beperking opgevangen worden. Er zullen een aantal aanpassingen gebeuren aan het gebouw om de overgang van 55 naar 140 bewoners mogelijk te maken door bv. extra sanitair te voorzien.

39.    Zijn deze mensen in orde met de inentingen? (Meningitis, Tetanus, …)

Alle asielzoekers worden gescreend op tbc en zij krijgen ook de vaccinaties die door de medisch verantwoordelijken van Fedasil noodzakelijk worden geacht.

40.    Is dit asielcentrum de reden waarom Bilzen extra inentingen voorziet voor mensen geboren tussen 1970 en 1985?

De mazelenvaccinatieactie is een project vanuit de eerstelijnszone ZOLim dat al sinds het voorjaar op de planning staat. Deze actie is opgezet in alle gemeenten van de ELZ (Bilzen, Hoeselt, Tongeren, Riemst, Voeren en Herstappe) en heeft niets te maken met het asielcentrum, maar met het feit dat er tussen 1970 en 1985 te weinig gevaccineerd is tegen de mazelen.

41.    Hoe gebeurt de medische zorg in het centrum?

In het opvangcentrum gebeurt de dagelijkse medische opvolging door een medisch begeleider. Deze volgt de medische problemen op, maakt een inschatting van de zorg die nodig is en verwijst indien nodig door. Deze medische begeleider maakt ook de afspraken met externe zorgverstrekkers en volgt deze op. Indien er een spoedgeval is, wordt een ambulance gebeld. Er wordt ook een samenwerking opgezet met externe centrumartsen.

42.    Worden zij bij een spoedgeval overgebracht naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis (AZ Vesalius)?

In het opvangcentrum gebeurt de dagelijkse medische opvolging door een medisch begeleider. Deze gaat de (kleine) medische problemen opvolgen en inschatten en indien nodig doorverwijzen. Deze medische begeleider maakt ook de afspraken met externe zorgverstrekkers en volgt deze op. Indien er een spoedgeval is wordt een ambulance gebeld. Er wordt ook een samenwerking opgezet met externe centrumartsen.

43.    Wat met de medische noodzaak? Is dit een norm?

Momenteel wordt er extra noodopvang gecreëerd omwille van twee redenen. Aan de ene kant de verhoogde instroom van verzoekers om internationale bescherming, aan de andere kant omwille van de achterstand bij de instanties die de deze verzoeken behandelen. Door deze 2 gecombineerde factoren is er een tekort aan opvangplaatsen. De Ministerraad maakt middelen vrij om een antwoord te kunnen bieden aan deze nood. Er is een zoektocht via zeer veel kanalen naar gebouwen die in aanmerking komen bij voorkeur kloosters, internaten, kazernes, woonzorgcentra, … Na een inspectiebezoek beslist directiecomité Fedasil over de operationalisering van een site rekening houdend met de normen van de opvangwet. Er wordt onderling afgesproken of de uitbating gebeurt door Rode Kruis of Fedasil.

Het gebouw van de Ark van Noé voldoet aan de wettelijke bepalingen om 140 asielzoekers op te vangen. Het aantal bewoners dat opgevangen kan worden, wordt bepaald door de kwaliteitsnormen die opgesteld zijn door Fedasil conform de Europese richtlijnen voor de opvang van asielzoekers (Opvangrichtlijn, goedgekeurd door het Europees Parlement op 12/06/2013). De verwachte samenstelling van de bewoners in het asielcentrum is de gemiddelde samenstelling over alle asielcentra en zal vermoedelijk een 45% alleenstaande mannen zijn, een 5 à 10% alleenstaande vrouwen en een 45 à 50% mensen in familieverband. Aangezien de Ark Van Noé de mogelijkheid biedt om mensen met een mobiele beperking op te vangen zullen er ook vermoedelijk een aantal mensen met een mobiele beperking opgevangen worden.

44.    Vier personen op één kamer. Waar is het respect voor de asielzoekers en de mensen met een beperking die er verblijven? Wat met hun hygiëne?

Het gebouw van de Ark van Noé voldoet aan de wettelijke bepalingen om 140 asielzoekers op te vangen. Het aantal bewoners dat opgevangen kan worden, wordt bepaald door de kwaliteitsnormen die opgesteld zijn door Fedasil conform de Europese richtlijnen voor de opvang van asielzoekers (Opvangrichtlijn, goedgekeurd door het Europees Parlement op 12/06/2013). De verwachte samenstelling van de bewoners in het asielcentrum is de gemiddelde samenstelling over alle asielcentra en zal vermoedelijk een 45% alleenstaande mannen zijn, een 5 à 10% alleenstaande vrouwen en een 45 à 50% mensen in familieverband. Aangezien de Ark Van Noé de mogelijkheid biedt om mensen met een mobiele beperking op te vangen zullen er ook vermoedelijk een aantal mensen met een mobiele beperking opgevangen worden.

45.    Wie zorgt voor de hulpbehoevende asielzoekers? De 4 begeleiders?

Het opvangcentrum zal 140 asielzoekers (verzoekers tot internationale bescherming) opvangen. De gemiddelde samenstelling van de bewoners bestaat uit 45% alleenstaande mannen, 5 à 10% alleenstaande vrouwen en 45% à 50% mensen in familieverband. Het beroepskader voor het opvangcentrum te Bilzen zal bestaan uit een centrummanager, 2 adjunct centrummanagers, 1 administratief bedoende/boekhouder, 1 klusjesman, 8 begeleiders, 1 medisch begeleider, 4 nacht begeleiders, 1 logistiek medewerker, 1 begeleider met accent op integratie. Er is dus 24/7 begeleiding aanwezig in het centrum.

Het is mooi wat er voor deze mensen gedaan wordt. Maar in ons land zijn er ook veel hulpbehoevenden die wachten op ondersteuning, hulp en begeleiding. De asielzoekers krijgen hulp, terwijl wij op wachtlijsten staan. Wie zorgt voor de inwoners van België die nood hebben aan de 3 B’s?

Als Rode kruis begrijpen we de vraag en nood van heel veel mensen. We organiseren zelf ook een aantal activiteiten voor deze groepen. Het is echter het beleid en de overheid die hierin beslissingen neemt en de lijnen uitzet.

Opvang

 46.    Voldoet het gebouw van de Ark van Noé aan de wettelijke normen om 140 personen op te vangen?

47.    Welke norm wordt gehanteerd om 140 personen op te vangen, terwijl er daarvoor slechts 55 tot 57 ouderen terecht konden?

48.    Er is bij het gebouw weinig publieke ruimte, het ligt midden in een dorp en er is beperkt openbaar vervoer. Waarom toch die locatie?

49.    Volgens geruchten is er sprake van andere locaties in Bilzen waar een opvangcentrum zou komen, is dat zo?

50.    Wanneer is een asielcentrum haalbaar in een bepaald gebouw?

51.    Moest hier niet eerst een overleg en toestemming voor gevraagd zijn aan de stad, i.p.v. eerst een contract te tekenen met de verantwoordelijke minister?

Momenteel wordt er extra noodopvang gecreëerd omwille van twee redenen. Aan de ene kant de verhoogde instroom van verzoekers om internationale bescherming, aan de andere kant omwille van de achterstand bij de instanties die deze verzoeken behandelen. Door deze 2 gecombineerde factoren is er een tekort aan opvangplaatsen. De Ministerraad maakt middelen vrij om een antwoord te kunnen bieden op deze nood. Er is een zoektocht via zeer veel kanalen naar gebouwen die in aanmerking komen bij voorkeur kloosters, internaten, kazernes, woonzorgcentra,… Na een inspectiebezoek beslist het directiecomité van Fedasil over de operationalisering van een site rekening houdend met de normen van de opvangwet. Onderling wordt afgesproken of de uitbating door Rode Kruis of Fedasil gebeurt.

Het gebouw van de Ark van Noé voldoet aan de wettelijke bepalingen om 140 asielzoekers op te vangen. Het aantal bewoners dat opgevangen kan worden, wordt bepaald door de kwaliteitsnormen die opgesteld zijn door Fedasil conform de Europese richtlijnen voor de opvang van asielzoekers (Opvangrichtlijn, goedgekeurd door het Europees Parlement op 12/06/2013). Er zullen een aantal aanpassingen gebeuren aan het gebouw om de overgang van 55 naar 140 bewoners mogelijk te maken door bv. extra sanitair te voorzien.

Er werden geen andere opvangplaatsen in Bilzen aangeboden en het Rode Kruis is op dit moment ook niet op zoek naar een alternatieve opvangplaats in Bilzen.

52.    Wat betekent ‘tijdelijk’ en kan dit nog verlengd worden? Wat gebeurt er met de mensen die nog in het centrum zitten als het gesloten wordt?

Er zijn reguliere opvangcentra en noodopvangcentra. Bilzen is een noodopvangcentrum wat wil zeggen dat dit tijdelijk is. Hiervoor hebben alle partijen zich ook geëngageerd. De bewoners die in het tijdelijke opvangcentrum verblijven op het moment dat het gesloten wordt, worden naar andere centra overgebracht.

53.    Wat zijn de alternatieven voor de beperkte buitenruimte? Slechte busverbinding? Mogelijke verveling van asielzoekers?

In het opvangcentrum wordt er ingezet op een zinvolle dagbesteding. Zo gaan de kinderen naar school en worden er educatieve activiteiten voor de kinderen ingelegd. Voor volwassenen wordt er vorming voorzien zoals Nederlandse les en informatie over het leven in België.  Er worden ook activiteiten gericht op specifieke groepen ingelegd zoals bv. activiteiten voor vrouwen, er is een aanbod van computers en internet om communicatie met familie mogelijk te maken en er is ook mogelijkheid tot ontspanning zoals televisie en tafeltennis.

Er wordt nog verder gekeken naar mogelijke oplossingen voor buitenruimte, maar het centrum beantwoordt aan de vooropgestelde kwaliteitsnormen. Ook de bewoners van het opvangcentrum gaan gewoon gebruik maken van het openbaar vervoer. Daarnaast wordt er een klein busje voor het centrum voorzien waarmee ook vervoer kan geregeld worden.

54.    Welke opties naar buitenruimte worden onderzocht?

In eerste instantie zal de buitenruimte die er is maximaal ingezet worden. Daarnaast zullen we regelmatig activiteiten organiseren zoals bv. een bezoek aan een speeltuin voor kinderen.

 55.  Vanuit Spouwen kunnen de mensen enkel de bus nemen om ergens te raken. Hoe wordt dit opgelost?

De bewoners van het opvangcentrum gaan gebruik maken van het openbaar vervoer. Daarnaast wordt er een klein busje voor het centrum voorzien waarmee ook vervoer kan geregeld worden.

 56.  Waarom wordt er niets ondernomen om Spouwen te ontlasten in aantal? Er staan nog alternatieve locaties vrij.

Het Rode Kruis Het Rode Kis niet geïnformeerd over andere mogelijkheden binnen Bilzen, en deze zijn ook niet als opvangplaats aangeboden.

 57.  Waarom verdelen jullie het aantal asielzoekers niet proportioneel over de diverse deelgemeenten van Bilzen?

 Er is geen aanbod aan opvang, verspreid over de 13 deelgemeenten.

58.  Hoeveel geld krijgen de personen in het centrum? Hebben ze zelf geld bij?

Sommigen hebben wat geld bij, sommigen niets. Ze krijgen per week 7,9 euro zakgeld en kunnen nog wat extra geld bijverdienen door te klussen.

 59.  Mogen de mensen in het centrum bijklussen?

De bewoners onderhouden zelf hun kamers. Voor het onderhoud van de gemeenschappelijke ruimtes zoals de sanitaire ruimtes, eetzaal, gangen, … wordt er ook beroep gedaan op de bewoners. Zij krijgen hiervoor een kleine vergoeding. Dit is wettelijk voorzien. Na 4 maanden verblijf kunnen de bewoners een arbeidskaart aanvragen en kunnen zij ook werken. Indien zij werken, moeten zij een bijdrage betalen aan Fedasil.

60.  Hoeveel maaltijden krijgen de bewoners per dag?

In de opvangrichtlijn is voorzien dat de bewoners van het opvangcentrum 3 maaltijden per dag krijgen. Dit is een basisaanbod.

 61.  Hoe wordt het budget bepaald dat het Rode Kruis besteedt aan vluchtelingen (personeel, aantallen, functies,…)?

 62.  Hoeveel geld kost dat per persoon of aan huur?

 63.  Is het verantwoord om zoveel huur te betalen voor het gebouw in Bilzen?

 64.  Waarom wordt er huur betaald als het om een sociaal gebeuren gaat?

Rode Kruis Vlaanderen (in zijn functie van instelling van openbaar nut, helper van de overheid) organiseert sinds 1989 op verzoek van de federale overheid een deel van de opvang van verzoekers om internationale bescherming in België. Momenteel heeft het Rode Kruis Vlaanderen 13 reguliere opvangcentra en 4 noodopvangcentra.

Voor deze opvangcentra wordt het Rode Kruis louter gefinancierd door de federale overheid, hiervoor worden geen giften of eigen Rode Kruis middelen gebruikt. Dit betekent dat ook al het personeel dat ingezet wordt voor opvang van verzoekers tot internationale bescherming gefinancierd wordt door de federale overheid.

Voor Bilzen wordt er een beroepskader voorzien van een centrummanager, twee Adjunct centrummanagers, één administratief medewerker/boekhouder, één klusjesman, acht begeleiders, één medisch begeleider, vier nachtbegeleiders, één logistiek medewerker en één begeleider met accent op integratie.

De huur voor Bilzen ligt in lijn met de huur voor andere opvangcentra.

 65.  Waarom stopt men zoveel geld in het asielcentrum als het toch maar tijdelijk is?

Alle opvangcentra voor asielzoekers, ook diegenen die tijdelijk zijn, moeten beantwoorden aan de kwaliteitsnormen die worden vooropgesteld. Want zelfs al is het centrum maar tijdelijk: elke asielzoeker heeft recht op dezelfde verblijfsvoorwaarden.

 66.  Zijn 2 personen voor nachtbegeleiding wel genoeg op 140 mensen?

De ervaring in andere centra leert het Rode Kruis dat dit voldoende is. Het merendeel van de bewoners is zelf ook vragende partij voor rust en veiligheid en draagt daar ook zijn steentje toe bij.

67.  Hoeveel gaat dat kosten aan de Belgische staat per asielzoeker?

Het is Fedasil dat van de Belgische staat de opdracht kreeg om de opvang van asielzoekers te organiseren en coördineren. Op hun website (www.fedasil.be) vindt u ook de gegevens over de middelen die hiervoor ingezet worden. 

 68.  Is het niet mogelijk om alleen maar gezinnen op te vangen en geen alleenstaande mannen?

Momenteel is de samenstelling van de verzoekers tot internationale bescherming 45% alleenstaande mannen, 5 à 10% alleenstaande vrouwen, 45 à 50% in familieverband. Bewoners komen in België in het aanmeldcentrum toe, krijgen daar een eerste screening en worden dan doorgestuurd naar de verschillende opvangcentra. We streven naar deze gemiddelde samenstelling voor alle opvangcentra.

 69Vinden jullie het wel een slim besluit om een dorp met 10% te verhogen?

Het Rode Kruis stelt dat er voldoende voorzieningen zijn in de omgeving om die impact op te kunnen vangen.

70.  Waarom wordt de achterstand in de dossiers niet sneller bijgewerkt? Welke acties neemt men hierin?

71. Waarom worden er niet meer mensen in dienst genomen bij Dienst Vreemdelingenzaken?

Op voorstel van de Minister van Asiel en Migratie keurde de minsterraad verschillende maatregelen goed om de asielprocedures te versnellen en de opvangcapaciteit te verhogen. Er komt voornamelijk bijkomend personeel op de dienst vreemdelingenzaken, het Commissariaat Generaal voor de Vluchtelingen en Staatslozen (CVGS) en de raad voor vreemdelingenbetwistingen (RVV). Zo worden de asielprocedures en dus ook de verblijfsduur in het opvangnetwerk korter (www.fedasil.be).

72.  Waarom zijn de grote opvangplaatsen hoofdzakelijk in Limburg gevestigd?

Momenteel wordt er extra noodopvang gecreëerd omwille van twee redenen. Aan de ene kant de verhoogde instroom van verzoekers om internationale bescherming, aan de andere kant omwille van de achterstand bij de instanties die deze verzoeken behandelen. Door deze 2 gecombineerde factoren is er een tekort aan opvangplaatsen.

De Ministerraad maakt middelen vrij om een antwoord te kunnen bieden aan deze nood. Er is een zoektocht via zeer veel kanalen naar gebouwen die in aanmerking komen bij voorkeur kloosters, internaten, kazernes, woonzorgcentra,… Na een inspectiebezoek beslist directiecomité Fedasil over de operationalisering van een site rekening houdend met de normen van de opvangwet. Het is dus afhankelijk van de gebouwen die in aanmerking komen waar extra noodopvang kan gevestigd worden. Op het kaartje hieronder (bron Fedasil) kan u zien dat er op meerdere plaatsen redelijke concentraties van centra zijn, en ook in Wallonië.

Concentratie noodopvangcentra

73.  Hoeveel opvangplaatsen/vestigingen zijn er in Wallonië?

Op dit ogenblik zijn er in totaal een 10.000 tal plaatsen in Vlaanderen en in Wallonië 14.000.

74.  Waarom is er geen stop op de toelating van asielzoekers?

Omdat België, zoals ook alle andere landen, wettelijk verplicht is om verzoekers van internationale bescherming op te vangen en de internationale akkoorden hierrond te respecteren

Onderwijs

75.    Hoeveel kinderen komen er naar de school in Grote-Spouwen? 

We hebben op dit moment geen zicht op het aantal kinderen dat naar het asielcentrum komt. De verdeling van de kinderen gebeurt steeds in overleg met LOP (Lokaal Overleg Platform Onderwijs) en schooldirecties. Er worden vooraf afspraken hierover gemaakt. Er zijn reeds heel wat scholen bereid om deze kinderen op te vangen. Of en hoeveel kinderen naar de school in Grote Spouwen komen, is nog niet afgesproken en niet bekend.  

76.    Wordt er een verdeling gedaan van kinderen over verschillende scholen?

77. Gaan alle kinderen naar één school?

De verdeling van de kinderen gebeurt steeds in overleg met LOP (Lokaal Overleg Platform Onderwijs) en schooldirecties. Er worden vooraf afspraken hierover gemaakt. Er zijn reeds heel wat basisscholen bereid om deze kindjes op te vangen. Of de kinderen naar een of meerdere scholen zullen gaan, is nog niet afgesproken. De leerlingen voor het secundair onderwijs worden opgevangen in onthaalklassen voor anderstalige nieuwkomers. 

78.    Hoe zorgt men ervoor dat het niveau van onderwijs niet wordt verlaagd? 

79. Wat met het opleidingsniveau van onze kinderen?

Op welk moment de kinderen uit het asielcentrum zullen starten in de scholen is nog niet duidelijk. Het is moeilijk om algemeen te stellen dat de start of aanwezigheid van kinderen uit het asielcentrum een positieve of negatieve invloed zal hebben op het leer- en ontwikkelingsproces van de huidige kinderen en dat het niveau automatisch zou verlagen. Het hangt er ook vanaf wat men met “opleidingsniveau” en de invloed hierop bedoelt; dit is moeilijk objectief vast te stellen. De scholen krijgen extra lesuren wanneer zij anderstalige nieuwkomers opvangen. Met deze extra lesuren kunnen zij extra leerkrachten aanwerven die specifiek deze kinderen kunnen onderwijzen. 
We leren uit ervaringen van leerlingen, ouders en leerkrachten uit scholen die nu al kinderen uit een asielcentrum opvangen, dat velen geen negatieve effecten op het leerproces of opleidingsniveau ervaren. 

 80.    Hoe worden de kinderen concreet opgevangen? Hoe verloopt dit praktisch? Wat met de tijdsbesteding naar onze kinderen?

De verdeling van de kinderen gebeurt steeds in overleg met LOP (Lokaal Overleg Platform Onderwijs) en schooldirecties. Er worden vooraf afspraken hierover gemaakt. Er zijn reeds heel wat scholen in de buurt bereid om deze kinderen op te vangen. Bovendien krijgen de scholen extra lesuren wanneer zij anderstalige nieuwkomers opvangen. Met deze extra lesuren kunnen zij extra leerkrachten aanwerven die specifiek deze kinderen kunnen onderwijzen. Er wordt in het asielcentrum 1 begeleider aangesteld als aanspreekpunt voor scholen en het CLB (deeltaak onderwijs). Hij of zij is tussenpersoon tussen de scholen, het CLB en de ouders. 

81.    Welke inspraak hebben ouders bij opname van extra kinderen in de scholen? Is het niet beter om de kinderen uit het asielcentrum apart onderwijs aan te bieden?

De scholen krijgen extra lesuren wanneer zij anderstalige nieuwkomers opvangen. Met deze extra lesuren kunnen zij extra leerkrachten aanwerven die specifiek deze kindjes kunnen onderwijzen. De scholen mogen zelf kiezen hoe ze de extra uren inzetten. Of men de kinderen in de “gewone” klassen opvangt of apart, mogen ze zelf bepalen. Natuurlijk kijken scholen hierbij niet enkel naar het belang van de kinderen uit het asielcentrum, maar naar dat van alle kinderen. Scholen houden daarnaast ook rekening met vele andere aspecten zoals praktische haalbaarheid, beschikbare lokalen,….

Er bestaan verschillende inzichten en opinies over het al dan niet apart of samen onderwijzen van kinderen uit een asielcentrum met de schoolgaande kinderen.

Ouders hebben, o.a. via de schoolraad, inspraak in het beleid van de school. Wat betreft het inschrijven van kinderen zijn scholen wel gebonden aan heel wat wettelijke bepalingen. 

 82.    Wie betaalt de uitbreiding van de schoolgebouwen?

Het is op dit moment nog niet duidelijk hoeveel kinderen er naar het asielcentrum komen en hoe deze precies over de scholen verdeeld worden. De kinderen zullen enkel naar scholen gaan waar er op dat moment nog plaats is. Een uitbreiding van schoolgebouwen, specifiek voor deze kinderen, is dus niet aan de orde.

83.    Hoe moeten de leerkrachten omgaan met kinderen die de Nederlandse taal niet begrijpen/spreken?

De scholen krijgen extra lesuren wanneer zij anderstalige nieuwkomers opvangen. Met deze extra lesuren kunnen zij extra leerkrachten aanwerven die specifiek deze kinderen kunnen onderwijzen. Het vormt inderdaad een uitdaging om kinderen die totaal geen Nederlands begrijpen of spreken op te vangen. De ervaring leert dat leerkrachten heel wat drempels kunnen overwinnen door hun basishouding, hun ervaring, het werken met gebaren, afbeeldingen,… Daarnaast spreken heel wat kinderen een mondje Frans, Engels of een andere taal waarmee je contact kan leggen. Het is ook opvallend hoe snel kinderen een basis Nederlands oppikken.

84.    Hoe zal de samenwerking tussen het asielcentrum en de taken die het CLB heeft t.o.v. deze doelgroep concreet georganiseerd worden?

Er wordt in het asielcentrum 1 begeleider aangesteld als aanspreekpunt voor scholen en het CLB (deeltaak onderwijs). Hij of zij is tussenpersoon tussen de scholen, het CLB en de ouders. 

85.    Hoe zit het met onze katholieke school. Hun waarden zijn sowieso al anders?

Inwoners van asielcentra hebben een heel diverse herkomst, cultuur en religie. Waarden en normen verschillen sowieso tussen mensen en zeker ook tussen inwoners en kinderen in een asielcentrum. Je kan moeilijk stellen dat de waarden van alle kinderen uit het asielcentrum sowieso anders zijn dan die van alle kinderen die nu in de scholen zitten. 

De kinderen uit het asielcentrum volgen het lesschema van de scholen. De ouders ondertekenen het pedagogisch project van de school. Als ze schoollopen in een vrije, confessionele school, volgen de kinderen gewoon de lessen godsdienst, net als alle kinderen in de school. Er zijn in Bilzen nog andere vrije scholen waar kinderen les volgen met een niet-katholieke achtergrond en dit zorgt op geen enkele plek voor problemen.

Varia

86.    Indien interesse als vrijwilliger, wat kan je doen? Waar kan je je melden?

De stad Bilzen opende hiervoor een contactpunt. U kan zich aanmelden via contactpunt@bilzen.be.

87.    Wat doet de regering tegen de waardevermindering van onze huizen?

In lint is in 1991 een opvangcentrum geopend in een buurt waar een verkaveling voorzien was. Eenieder dacht dat die verkaveling nooit gerealiseerd zou worden met het centrum daar. Wanneer u daar nu gaat rondwandelen zal u zien dat die verkaveling volledig gerealiseerd is en dat er zeer mooie huizen staan. Er is geen sprake van waardevermindering van huizen in de omgeving van een opvangcentrum.

88.    Is er een milieuvergunning nodig voor het inrichten van een asielcentrum?

Neen, er is geen milieuvergunning nodig.

89.    Waarom wordt de lokale bevolking niet op voorhand betrokken om te weten welk draagvlak er is en waar de knelpunten zitten om bij te sturen? Waarom geen referendum?

90.    Waarom wordt alles beslist vooraleer de bevolking ingelicht wordt?

De meeste gemeenten zijn geen vragende partij voor een (nood)opvangcentrum. Er wordt gezocht naar geschikte gebouwen. Aangezien dit een federale bevoegdheid is, wordt dit federaal beslist.

91.    Waarom kwam er pas een infosessie twee weken voor de geplande opening?

Op donderdag 24 oktober communiceerde minister De Block aan de burgemeester van Bilzen de opening van een opvangcentrum. Op maandag 28 oktober vond er een vergadering plaats tussen de burgemeester, zijn diensten, en het Rode Kruis over het opvangcentrum. De volgende weken vond overleg plaats met de verschillende partners om al meer concrete afspraken te maken.

Het Rode Kruis koos ervoor om de infoavond te geven op het ogenblik dat we zelf meer zicht hadden op de omgeving en de mogelijkheden tot samenwerking, maar ruim voor de opening van het centrum. De datum van het infomoment is ook meteen meegedeeld bij de bekendmaking van de komst van het centrum.

92.    Waarom mochten de vragen tijdens de infosessie niet face-to-face gesteld worden?

Op de infoavond werd gekozen voor schriftelijke vragen, zodat iedereen de kans kreeg zijn/haar vragen te stellen en daar ook een antwoord op kon krijgen, op de avond zelf of later. Daarnaast voorziet het Rode Kruis vlak voor de opening de mogelijkheid om een kijkje te nemen in het gebouw.

93.    Is er voldoende draagvlak gecreëerd door lokale politici?

Het is een bovenlokale beslissing die het lokale bestuur pas ontving gelijk met de buurtbewoners en met de pers. Het stadsbestuur heeft onmiddellijk een stappenplan uitgewerkt samen met de diensten van het Rode Kruis. De diverse overleg- en infomomenten zijn daarin opgenomen. Alle individuele vragen voor informatie of overleg werden positief beantwoord. Ook werd er duidelijke informatie bezorgd zowel in de bus als digitaal aan de bevolking. De stad heeft dus zeker wel haar taak vervuld.